Vorig jaar ben ik in de zomer naar een vriend in Duitsland op bezoek gegaan. Dit was al de derde zomer achter elkaar dat ik hierheen ging. Inmiddels waren we goed op elkaar ingespeeld en was het altijd gezellig. De eerste keer ben ik met het vliegtuig op bezoek geweest. De tweede keer met de elektrische auto van mijn vader. De derde keer besloot ik om met de bus te gaan. Dit was verreweg de goedkoopste optie. Het is zeker geen luxe, maar voor veertig euro ben je wel op bestemming naar keuze. In Duitsland sliep ik bij de vriend die ik ging bezoeken. Dit jaar had ik ook zelf een vriend uit Nederland meegenomen, genaamd Gijs. Deze kende Larry, de vriend in Duitsland, ook wel redelijk van een aantal WhatsApp groepen die we samen hadden.
Ivor
Larry had ook een vriend meegenomen, deze heette Ivor. Dit was een hele aardige jongen die half Brits, half Duits was. Dit zorgde vaak voor een heel grappig accent. Met z’n allen besloten we om naar Tsjechië te rijden met de auto. Ik en Gijs waren met de bus gekomen, dus Larry moest rijden. Dit ging allemaal goed tot net over de grens. Hier ging Larry de mist in. We waren langs een aantal winkels gereden waar je heel goedkoop leuke spulletjes kon kopen. We besloten om hier eerst helemaal langs te rijden om te kijken wat er allemaal was, om vervolgens aan het einde om te keren en de auto ergens te parkeren. Bij een tankstation ging Larry op de uitvoegstrook rijden. Ineens gooide hij zijn stuur naar links weer de weg op. Hij wilde blijkbaar een bocht maken. Zowel wij als de auto achter ons had dit niet door. Deze auto knalde vol bij ons in de zijkant. Het was geen groot ongeluk, maar wel een rake klap. Bij inspectie na het uitstappen leek de auto wel Total Loss. De deur van Larry ging zelfs niet meer open.
Bij het tankstation
Samen met de man die op ons was gebotst, die overigens veel te hard reedt, hebben we de auto naar het tankstation geduwd. Hier hoopte we een soort monteur te vinden die de schade kon bepalen. Op de deur hing een briefje; vacature monteur, vraag binnen naar voorwaarden. Hier hadden we dus ook niet veel aan. Gelukkig kwam Larry er via zijn moeder achter dat we zo dicht bij de grens waren dat de Duitse wegenwacht ons nog wel wilde ophalen. De auto werd achterop de vrachtwagen met plateau gehesen en we konden onze terugweg beginnen.